Ui

De epidermale uicel vormt een beschermende laag tegen ongewenste virussen die het kwetsbare weefsel kunnen beschadigen. Vanwege de eenvoudige structuur en transparantie wordt het vaak gebruikt om studenten kennis te laten maken met de plantenanatomie. Deze eigenschappen maken het ook nuttig voor demonstraties van plasmolyse. De heldere epidermale cellen bestaan uit een enkele laag en bevatten geen chloroplasten, omdat de uienbol wordt gebruikt voor energieopslag en niet voor fotosynthese. Voor het voorbereiden van ui-epidermiscellen voor microscopie zijn kleinere uien die stevig aanvoelen het meest geschikt. Verwijder de epidermislagen door de ui te snijden en te pellen (dit zijn de membraanachtige schillen tussen de afzonderlijke uienlagen). Voor geavanceerde microscopie, zoals fluorescentiemicroscopie, zijn de lagen halverwege tussen de buitenkant en het midden van de ui het meest geschikt.

Als u deze lagen voor biolistische technieken gebruikt, is het belangrijk op te merken dat het beschieten met de cellen naar boven of naar beneden op het medium waarop ze zijn geplaatst, geen verschil maakt.

Sommige van deze informatie is mogelijk afkomstig van de online bron Wikipedia: De vrije encyclopedie.

Lees meer: https://de.wikipedia.org/wiki/Zwiebel