Vergroting

Een belangrijke waarde bij verrekijkers is de vergroting. Sommige hebben een vergroting van 2x, andere van 6x, 8x, 10x of zelden 12x. Dat betekent dat je 12 keer dichterbij kunt komen dan met je ogen. Zo lijkt een vogel op 1200 m afstand even groot als wanneer hij op slechts 100 m afstand zou zitten. Maar hoe hoger de vergroting, hoe moeilijker het is om het beeld stil te houden. Een ander voordeel van een lagere vergroting: Het gezichtsveld is groter, dus je krijgt een beter overzicht met een verrekijker. Dit is vooral nuttig bij onderwerpen in beweging, zoals dieren of voetballers in het stadion. Bij een grotere vergroting zijn meer details te zien. Tussen haakjes: De vergroting is altijd het eerste getal op de verrekijker. Dit model (8x42) heeft een ingebouwde 8x vergroting.

Uittredepupil

De zogenaamde uittredepupil is de heldere vlek die je kunt zien als je van bovenaf in je verrekijker kijkt. Hoe groter het is, hoe helderder het beeld lijkt voor je oog. Je kunt de uittredepupil berekenen door de objectiefdiameter te delen door de vergroting: Diameter objectief/vergroting = 42/8 = 5,253

Lichtsterkte

Naast het schemergetal kan ook de lichtsterkte je helpen om de theoretische helderheid van je verrekijker te bepalen. Je berekent dit door de objectiefdiameter te delen door de vergroting en het resultaat in het kwadraat te nemen. (Objectiefdiameter/vergroting)^2 = (42/8)^2 = 27,56

Oogafstand

De oogafstand beschrijft hoe ver je oog van het oculair is wanneer je door de verrekijker kijkt. Als je bijvoorbeeld een bril draagt, is je oog verder weg dan zonder. Onze verrekijkers zijn allemaal uitgerust met verstelbare oogschelpen, zodat de afstand perfect past, zelfs met bril, en je alles kunt zien. Je kunt ze naar beneden vouwen of naar buiten draaien.

Dioptriecorrectie

Bij veel verrekijkers, vooral de dure, kun je het rechter oculair draaien. Als je ogen verschillende gezichtsscherpten hebben, kun je dit gemakkelijk compenseren.

Diameter van het objectief

Maar waar staat het tweede getal voor? Het is heel simpel: Het vertelt je de diameter van het objectief in millimeters. Dit heeft betrekking op de breedte van elke lens aan de voorzijde van je verrekijker. Hoe groter de diameter, hoe meer licht er door het glas naar je oog komt en hoe helderder je beeld zal zijn. Met deze verrekijker is het 42 mm. Vandaar de aanduiding 8x42 op de verrekijker.

Pupilafstand

De pupilafstand is de afstand tussen de twee uittredepupillen. Deze afstand moet voor elke waarnemer afzonderlijk worden ingesteld. Om je verrekijker aan je ogen aan te passen, moet je de verrekijker in het midden buigen. En hoe kun je zien of de afstand juist is ingesteld? Het is heel simpel: Je mag het beeld door de verrekijker alleen in een enkele cirkel zien.

Schemergetal

Wil je nog iets zien met je verrekijker in de schemering, net voor het donker wordt? Dan kan het schemergetal je een goede indicatie geven. Hoe groter dit getal, hoe beter je met de verrekijker kunt zien, zelfs bij moeilijke lichtomstandigheden. Met een beetje wiskunde, kun je ze zelf berekenen. Hiertoe vermenigvuldig je de vergroting met de objectiefdiameter en neem je de vierkantswortel van het resultaat. Vierkantswortel (vergroting x objectiefdiameter) = vierkantswortel (8 x 42) = 18,33

Gezichtsveld

Het gezichtsveld geeft aan hoeveel meter breed je kunt zien op een afstand van 1000 meter. Met een gezichtsveld van 101 m/1000 m betekent dit dat je op een afstand van 1000 m een gebied ziet dat in totaal 101 m breed is. Soms wordt deze waarde aangegeven als een aantal graden in plaats van meters. Dan kun je gemakkelijk het aantal meters berekenen. Het enige wat je moet weten is dat 1° overeenkomt met 17,5 meter. Dus vermenigvuldig je het gradengetal met 17,5 en krijg je het metergetal. Hier is een voorbeeld voor een gezichtsveld van 6°: Graad x 17,5 = 6 x 17,5 = 105 meter op 1000 meter

Coating

Wanneer licht in een verrekijker valt, kan er zogenaamd strooilicht ontstaan. Dit zou het contrast in je beeld aanzienlijk verminderen. Om dit te voorkomen, worden de lenzen gecoat. Deze zogenaamde coating zorgt ervoor dat er meer licht in de verrekijker valt en dat reflecties worden verminderd.

De verschillende coatingniveaus zijn:

a) Gedeeltelijke coating
Bij dit type coating zijn de buitenste objectief- en oculairlenzen gecoat.

b) Volledige coating
In het geval van volledige coating zijn alle naar het licht gerichte glasoppervlakken (in de loop van het straaltraject) eenmaal opgedampt.

c) Meervoudige coating
Hier zijn alle glasoppervlakken die naar het licht zijn gericht, gecoat (zoals bij volledige coating), maar met een extra laag op elk van de buitenste objectief- en oculairlenzen.

d) Volledige meervoudige coating
Dit is de allerbeste coating. Hierbij zijn alle glasoppervlakken van de prisma's en lenzen die naar het licht zijn gericht, ten minste driemaal gecoat. Ongecoate lenzen laten slechts 50 tot 60 % van het licht door, volledig gecoate lenzen al 70 tot 75 % en volledig multi-gecoate lenzen zelfs tot 95 %.

Glasmateriaal

Er zijn veel verschillende glasmaterialen voor de lenzen van verrekijkers, zoals Bk-7 of BaK-4. Wij zijn bijzonder voorzichtig met modellen voor kinderen en gebruiken kunststof lenzen, zodat je je omgeving veilig met hen kunt verkennen.

Wetenschappers hebben ontdekt dat er elk jaar minder en minder insecten zijn - en dat is een groot probleem! Omdat insecten belangrijke dieren zijn die een nuttige functie hebben in ons ecosysteem. Enerzijds bestuiven zij onze bloemen en zorgen er zo voor dat onze plantensoorten behouden blijven en dat bijvoorbeeld je appelboom ook appels draagt. Anderzijds eten insecten kleinere plagen zoals bladluizen en mijten, waardoor een rijke oogst mogelijk wordt. Maar de insecten zelf dienen ook als voedselbron voor veel vogels, amfibieën, reptielen en zoogdieren.

Maar door het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw, het bebouwen van open ruimten en de klimaatverandering neemt het aantal insecten dramatisch af.

Flora wil er iets aan doen en de insecten redden. Om dit te doen, bouwt ze een insectenhotel voor haar tuin. Wil je haar helpen? Hier vind je de bouwinstructies:

Hoe maak je een insectenhotel van een conservenblikje?

Een oud conservenblikje
Kleine bamboestokjes of oude droge takken
Katoen (b.v. wattenschijfjes)
Een zaag en houtboor
Een stukje touw

1. Eerst kies je een lekker hapje in een conservenblikje :-)
2. Spoel het blikje grondig uit
3. Denk erover na of je korte of lange stokjes wilt knippen
4. Voor lange bamboestokjes verwijder je de onderkant van het blik met een blikopener; voor korte bamboestokjes laat je de onderkant zitten
5. Zaag de bamboestokjes of holle takjes in langere of kortere stukjes
6. Als de takjes niet hol zijn, boor dan in de binnenkant van het stokje met een houtboor
7. Als je takje helemaal hol zijn, stop dan in het einde wat katoen, want bijen hebben dat liever winddicht
8. Doe vervolgens alle takjes en stokjes in de het blikje tot ze heel dicht op elkaar zitten en er niet meer uit kunnen vallen
9. Zoek ten slotte een droge plaats en hang je insectenhotel met het touwtje naar het zuiden gericht op

Hoe maak je een insectenhotel met een boomstam:

Min. 20 cm dikke boomschijf
In ieder geval hardhout (vlier, beuk, es, berk), geen zachthout
Het hout moet goed droog zijn
Houtboor (3-6 mm) en een boormachine

1. Boor zo verticaal mogelijk in de stam
2. Wissel de verschillende boormaten steeds af om voor zoveel mogelijk verschillende insecten geschikte gaten te boren
3. Zoek tenslotte een droge plek en plaats je insectenhotel op het zuiden

Zo werkt het

1. Voor een veld met wilde bloemen moet je eerst bedenken hoe groot je de weide wilt hebben. Op die manier kun je later genoeg zaden krijgen.
2. Voor een vierkante meter grond heb je ongeveer 5-10 g zaad nodig.
3. Het makkelijkste is het als je kant-en-klare zadenmengsels koopt: Je koopt zaadjes bij een tuincentrum.
4. In de volgende stap maak je de grond een beetje los en verspreid je het zaad gelijkmatig.
5. Ga er dan overheen met een roller of druk de zaden aan met een plank.
6. Het is belangrijk de zaadjes vochtig te houden gedurende 4-6 weken na het zaaien.
7. En nu maar wachten tot je de eerste bijen en vlinders in je wilde bloemenweide ontdekt.

Bijzonder insect-vriendelijke planten:

We hebben nodig:

Een bodemplaat (25x25x2 cm)
Twee dakpanelen (20x25x1 cm)
Vier zijlatjes (25x5x1 cm)
Vier dakstijlen (25x2x2 cm)
Spijkers
Hamer
Zaag
Evenueel kleine dakshingles
Eventueel: Lijnzaadolie als lak en kwast
Vogelvoer

1. Neem eerst de bodemplaat en spijker de vier zijstrips aan de buitenkant van de bodemplaat.
2. Zaag dan een hoek af aan een uiteinde van alle vier de dakstijlen in een hoek van 45°.
3. Plaats vervolgens elke dakstijl in een hoek van het bodempaneel en spijker ze vast van onderen en van opzij door de zijlatten.
5. In de volgende stap plaats je de dakpanelen in een hoek van 90° op de dakstijlen.
6. Nu kun je de dakpanelen aan de dakstijlen spijkeren.
7. Als je wilt, kun je het dak nog beplakken met kleine shingles.
8. Nu kun je je vogelhuisje met lijnzaadolie bestrijken om het beter tegen de regen te beschermen.
9. Vul nu je vogelhuisje met genoeg voer en zet het op een mooie plaats.

Je zult merken dat na korte tijd veel verschillende vogels je vogelhuisje bezoeken en dankbaar zijn voor het voer. Nu kun je de vogels zien eten met je verrekijker - veel plezier!