- Druk op de Windows-toets + i → „Instellingen“.
- Kies Privacy → Camera.
- Activeer „Apps toestaan toegang te krijgen tot uw camera“.
- Controleer de lijst en geef de gewenste app toegang.
Als er fouten optreden bij het opslaan („Snapshot“):
- Start de software als administrator.
- Controleer de opslaglocatie (schrijfrechten in de map).
- Test een andere map.
- Controleer je antivirus-/beveiligingssoftware.
- Zorg ervoor dat in de Windows-privacy-instellingen de camera-toegang is ingeschakeld.
- Preparaat te dik / ongeschikt: Gebruik dunne preparaten of gefixeerde uitstrijkjes.
- Geen dekglaasje of verkeerde dikte: Objectieven zijn geoptimaliseerd voor dekglaasjes.
- Condenser verkeerd ingesteld: Diafragma niet te ver openen – anders laag contrast.
- Te hoge vergroting: Vuistregel: maximaal 1000 × objectiefapertuur. Voorbeeld: bij een 40x-objectief met apertuur 0,65 is de grens bereikt bij ca. 650x.